MB 15 mei 2000, Kadasternr.: F1091k
In 1567 woonde hier de uitgediende 75-jarige 'gezworene' smid van de Koning Geert Rombouts. Hij bediende er tussen 1553 en 1567 als pachter de Koninklijke Waag en moest er tijdens de marktdagen voor zorgen dat de verhandelde goederen van de Voogdij-inwoners werden gewogen. Het is bekend dat deze balansen opgingen in het vuur van de grote brand in 1567 waarbij verschillende huizen aan de Markt in de vlammen opgingen. Dit zal dan ook het lot geweest zijn van 'de Lelie'. Maar in 1572 is het huis heropgebouwd en behoorde het toe aan Cornelis Kenens, de meier van het laathof van Batenborg. Al in 1563 vergaderde hier de Voogdijschepenbank. Zo zou in april van dat jaar Niklaas Vos namens de grondheer van Bocholt zijn bezwaren tegen Meester van Goirle, meier van de abdij van Corbie, in de Lelie kenbaar gemaakt hebben aan de schepenen. In de 18de eeuw behoorde 'de Lelie' toe aan Frans Rosa en in de 19de eeuw aan de welgestelde familie Cools. De woning werd mogelijk omstreeks 1800 herbouwd.
Het is een tot de 16e eeuw opklimmend breedhuis met een grotendeels 19e eeuws voorkomen en interieur dat tot ons is gekomen met vroeg 20e eeuwse geveldecoratie van geglazuurde tegels, achterglasschildering en decoratief schrijnwerk.
Bij de Lelie hoorde nog een kleiner huis palende aan 'de Wildeman', waarschijnlijk is het de opvallend smalle woning (F1092) die nu ook hoort bij meubelzaak Van der Voort.
Het is een enkelhuis van rond de eeuwwisseling waarvan de bovengevel en het raamschrijnwerk behouden bleef en waarvan de planindeling en de waardevolle interieurelementen typisch zijn voor deze bouwperiode.