De Molse Lichtstoeten blijven trouw aan de traditionele gloeilampjes technologie, maar vullen die verder aan met de modernste verlichtingstechnieken afhankelijk van de gekozen onderwerpen en uitbeelding. De Molse lichtstoeten hebben altijd de meest recente lichttechnieken toegepast en gepromoot.
- 1885 – 1940: uitgeholde bieten met kaarsen, fakkels, lantarens, papieren lampions.
- 1935: de eerste wagen met elektrische gloeilampen.
- Vlak na de Tweede Wereldoorlog duikt heel even de generator aangedreven verlichting op, maar dit blijkt onstabiel te zijn.
- Jaren 1950: de wagens worden met batterijen gevoed met soms tot 10.000 gloeilampjes per praalwagen.
- Begin jaren 70: nieuwe lichttechnieken op (Tls, halogeen verlichting, theaterspots, autolichten)
- Midden jaren 80: naast de traditionele verlichtingstechnieken komen er eveneens computergestuurde verlichtingsbronnen (PC, PLC). Traditionele gloeilampjes worden nu door generatoren gevoed.
- Anno 2013: vinden nieuwe lichttechnieken hun ingang zoals laserlicht, LED verlichting enz. Door de nieuwe computersturingen kunnen kleine gloeilampjes ook steeds vaker door middel van lichteffecten gestuurd worden.
Milieubewust omgaan met energie
Ondanks het feit dat de praalwagens jaarlijks volledig worden afgebroken zijn de organisaties van beide lichtstoeten zeer begaan met duurzame bouwtechnieken, recyclage van materialen en energiebesparende maatregelen. De geleidelijke overgang van 12v lampen naar warme led verlichting zal het totale energie verbruik van de generatoren die de praalwagens verlichten aanzienlijk verminderen. Tijdens de twee lichtstoeten is de Molse straatverlichting volledig gedoofd zodat het energieverbruik van de praalwagens wordt gecompenseerd door de gedoofde straatverlichting. De twee organiserende vzws hebben actieve contacten met andere lichtfeesten in Europa om te leren van elkaar betreffende milieuvriendelijke materialen en energiebesparende maatregelen.