De Molse lichtstoeten zijn sinds mei 2012 erkend als Immaterieel Cultureel Erfgoed. De twee lichtstoeten hebben een rijke geschiedenis. De twee Molse lichtstoeten, zijnde De Koninklijke Maatschappij De Rozenband vzw (Mol-Centrum Rozenberg Lichtstoet) en de vzw Lichtstoet Ginderbuiten (Lichtstoet Mol- Ginderbuiten) hebben vanwege de gemeenschap de opdracht gekregen de Molse Lichtstoet tradities (ontstaan in 1885) in stand te houden door:
- Het organiseren van de jaarlijkse Rozenberg Lichtstoet (begin september)
- Het organiseren van de jaarlijkse Ginderbuiten Lichtstoet (eind september)
Een feest met licht
Op zaterdag 26 september 1885 wordt in Mol op de huidige Rozenberg, dat toen nog verder verwijderd lag van het centrum, de plaatselijke ‘Ginder buiten’ kermis voor het eerst opgefleurd met een fakkeloptocht. Inrichters zijn de plaatselijke vereniging ‘De Schepersvrienden’.
Na onenigheid in de stoetorganisatie wordt in 1913 ‘De Rozenband’ opgericht. Deze nieuwe vereniging gaat samen met ‘De Schepersvrienden’ en de verenigde herbergiers de lichtstoet en de kermis organiseren. Na de Eerste Wereldoorlog wordt de stoet uitgebreid tot een deel van het huidige Ginderbuiten. Vanaf 1929 organiseert het feestcomité ‘over den bareel’ een eigen kermis en in 1930 ook een eigen lichtstoet. Vanaf dat moment had Mol twee unieke lichtstoeten. Het bouwen van wagens waarin het spel met licht centraal staat kent een mooie traditie in Vlaanderen maar veel van die lichtstoeten zijn in de loop der jaren en om verschillende redenen uitgedoofd.
De traditie van de lichtstoeten wordt ook gelinkt aan de eeuwenoude traditie Kjèske mee lanteirn zingen waarbij men in september met uitgeholde bieten rondgaat en zingt. De maand september, waarin de lichtstoeten traditioneel plaatsvinden, is in de Kempen altijd al de lichtmaand geweest. In de Kempen begon de winter al in september omdat er geen tweede oogst plaatsvond. In andere Vlaamse gebieden bestond die tweede oogst wel, maar de Kempense zandgrond was te schraal. In vele getuigenissen lees je dat het Kjèske mee lanteirn zingen ook aan de lichtstoeten werd gelinkt.
Unieke stoeten
De Molse lichtstoeten zijn inzake concept en uitvoering niet te vergelijken met de verlichte optochten die de laatste decennia opduiken in vele steden en gemeenten rond Kerstmis en carnaval. Daar waar het in deze laatste gevallen om stoeten gaat die vaak geïmporteerd worden vanuit buurgemeenten (sommige wagens nemen deel aan verschillende optochten in de regio en/of worden gestald en jaarlijks opnieuw getoond) worden de praalwagens van de twee Molse lichtstoeten al 128 jaar jaarlijks volledig vernieuwd. Dit wil zeggen dat elke praalwagen verplicht wordt afgebroken en er elk jaar weer nieuwe onderwerpen worden getoond. Daarbij steeds gebruik makend van alle mogelijke (nieuwe) lichttechnieken.
De Molse Lichtstoeten kennen geen opgelegde onderwerpen: de wagenbouwers kunnen jaarlijks zelf hun onderwerpen kiezen. Toch zijn er een aantal thematische onderwerpen die typisch zijn voor een bepaald decennium. Zo wordt de jaren 1950 gekenmerkt door grote thematische onderwerpen zoals “de vrijheid” de “schoonheid”, de “Jacht”. In de jaren 1960 leunen de onderwerpen dan weer vaak aan bij de antieke wereld, klassieke oudheid en sprookjes. De seventies brengen vernieuwing, er wordt radicaal met het verleden gebroken. Oorlog en vrede, Rock en Pop en modernistische droomwerelden worden als inspiratie gebruikt. Eind jaren 1980 worden er ook bewegingstechnieken toegepast waardoor een nieuw scala aan onderwerpen mogelijk werd. Voortaan worden machines, imaginaire fabrieken, de computerwereld en Science Fiction uitgebeeld.
Twee stoeten, één traditie
Met de huidige erkenning en de beslissing van beide besturen om onder de gezamenlijke noemer Molse Lichtstoeten deze traditie te promoten, begint een nieuw hoofdstuk van deze rijke geschiedenis. Elke lichtstoet behoudt zijn unieke eigenheid, maar de stoeten gaan op verschillende manieren met elkaar samenwerken. Zo komt er de mogelijkheid om een combiticket te kopen. Daarnaast leggen beide stoeten hun datum eenduidig vast: Lichtstoet Rozenberg op de eerste zaterdag van september en Lichtstoet Ginderbuiten op de laatste.
De lichtstoeten zien elkaar niet langer als concurrenten, maar als partners die samenwerken om deze unieke en officieel erkende traditie te behouden en verder te laten groeien. Van een fusie is dus geen sprake. De verscheidenheid van beide stoeten, vormt juist de rijkdom van de traditie.
Meer weten over de geschiedenis van de lichtstoeten?
- Vier eeuwen Rozenberg, één eeuw lichtstoet, Mol, 1984.
- 200 jaar Ginderbuiten Kermis, 100 jaar lichtstoet, Mol, 1985.
De Molse Lichtstoeten blijven trouw aan de traditionele gloeilampjes technologie, maar vullen die verder aan met de modernste verlichtingstechnieken afhankelijk van de gekozen onderwerpen en uitbeelding. De Molse lichtstoeten hebben altijd de meest recente lichttechnieken toegepast en gepromoot.
- 1885 – 1940: uitgeholde bieten met kaarsen, fakkels, lantarens, papieren lampions.
- 1935: de eerste wagen met elektrische gloeilampen.
- Vlak na de Tweede Wereldoorlog duikt heel even de generator aangedreven verlichting op, maar dit blijkt onstabiel te zijn.
- Jaren 1950: de wagens worden met batterijen gevoed met soms tot 10.000 gloeilampjes per praalwagen.
- Begin jaren 70: nieuwe lichttechnieken op (Tl’s, halogeen verlichting, theaterspots, autolichten)
- Midden jaren 80: naast de traditionele verlichtingstechnieken komen er eveneens computergestuurde verlichtingsbronnen (PC, PLC). Traditionele gloeilampjes worden nu door generatoren gevoed.
- Anno 2013: vinden nieuwe lichttechnieken hun ingang zoals laserlicht, LED verlichting enz. Door de nieuwe computersturingen kunnen kleine gloeilampjes ook steeds vaker door middel van lichteffecten gestuurd worden.
Milieubewust omgaan met energie
Ondanks het feit dat de praalwagens jaarlijks volledig worden afgebroken zijn de organisaties van beide lichtstoeten zeer begaan met duurzame bouwtechnieken, recyclage van materialen en energiebesparende maatregelen. De geleidelijke overgang van 12v lampen naar “warme” led verlichting zal het totale energie verbruik van de generatoren die de praalwagens verlichten aanzienlijk verminderen. Tijdens de twee lichtstoeten is de Molse straatverlichting volledig gedoofd zodat het energieverbruik van de praalwagens wordt gecompenseerd door de gedoofde straatverlichting. De twee organiserende vzw’s hebben actieve contacten met andere lichtfeesten in Europa om te leren van elkaar betreffende milieuvriendelijke materialen en energiebesparende maatregelen.
Externe links
- Adres
- Molenhoekstraat 2 , 2400 Mol
- Tel.
- E-mailadres